Laatst gewijzigd : 2010-07-30, Versie: 2.0, Verantwoording: Redactie Palliatieve zorg: richtlijnen voor de praktijk, Type: Landelijke richtlijn
Klassieke massage is het stimuleren van de huid en onderliggende weefsels, waarbij in verschillende mate manuele druk wordt uitgeoefend. Massage wordt toegepast ter verlichting en afleiding van diverse door de patiënt ervaren klachten en ter bevordering van ontspanning, welbevinden en/of rust.
Massage leidt tot een verminderde overdracht van pijnsignalen en heeft een lokaal effect met als gevolg spierontspanning en een verbeterde doorbloeding. Daarnaast heeft massage een algemeen effect. Het leidt tot daling van het hartritme, de ademhaling en de bloeddruk. Er treedt zowel een fysiologische als een subjectieve ontspanning op, hetgeen een positief effect heeft op de klachtenbeleving van de patiënt. In de praktijk blijkt dat de veranderde beleving van de klachten leidt tot het doorbreken van een vicieuze cirkel. Bij pijn is er bijvoorbeeld vaak een wisselwerking tussen pijn, angst en (spier)spanning. Pijn roept reacties op van angst en (spier)spanning. Deze reacties versterken op hun beurt weer de pijn. Door de (spier)ontspanning als gevolg van de massage kan deze vicieuze cirkel doorbroken worden.
In het algemeen wordt, fysiologisch gezien, een optimaal effect bereikt na een massage van 10 minuten. Een subjectief gevoel van ontspanning kan al bereikt worden na een massage van 3 minuten. Over de duur van het effect is weinig bekend; dit is nogal wisselend en is o.a. afhankelijk van de lokalisatie en intensiteit van de klacht en de conditie van de patiënt. De lichaamsgebieden waar de massage het meest wordt toegepast zijn de rug, de voeten, de handen en het gezicht.
Eenvoudige massagetechnieken zijn gemakkelijk aan te leren door de naasten van de patiënt. Als voorbeeld hiervan wordt in deze richtlijn voetmassage verder uitgewerkt. Dit is van belang voor de patiënt, omdat hij dan niet altijd afhankelijk is van een professionele zorgverlener. Maar daarnaast is het ook van belang voor de naasten zodat zij de patiënt daadwerkelijk kunnen ondersteunen waardoor gevoelens van machteloosheid kunnen afnemen. Bovendien kan massage als uiting van lichamelijk contact van grote waarde zijn, vooral (maar niet uitsluitend) wanneer de patiënt niet meer in staat is tot verbale communicatie of wanneer ‘alles al gezegd is'.
Casus
Mevrouw M., 53 jaar, heeft een gemetastaseerd carcinoïd. Zij heeft klachten van misselijkheid en braken ten gevolge van een ileus. Tevens maakt ze een gespannen indruk en slaapt slecht. De medicamenteuze behandeling van de misselijkheid heeft nog onvoldoende effect. Ter ondersteuning van de behandeling en vanwege de slaapproblemen wordt voetmassage aangeboden door de verpleegkundige. Hoewel mevrouw M. niet direct enthousiast is, stemt ze toch toe. Tijdens de eerste voetmassage is aan haar gezicht te zien dat ze zich ontspant, mevrouw M. zegt zich ook slaperig te voelen. Gezien deze ervaring wordt de voetmassage 's avonds gegeven en overdag alleen als de misselijkheid toeneemt en mevrouw M. daar om vraagt. Mevrouw M. geeft aan dat door de voetmassage de vicieuze cirkel van misselijk zijn en beroerd voelen doorbroken is. Het contact wordt meer open en ze bespreekt haar angsten en zorgen. Ze vraagt of er een mogelijkheid is om ook thuis voetmassage te krijgen. Het blijkt dat de dochter van mevrouw M. graag wil leren hoe zij een voetmassage kan geven. De dochter krijgt instructie en onder leiding van de verpleegkundige leert zij de voetmassage toepassen. De laatste dagen voor ontslag krijgt mevrouw M., als zij daar behoefte aan heeft, een voetmassage van haar dochter.
|